Kerkmuziek
Dat
Peter Benoit in zijn beginperiode hoofdzakelijk godsdienstige muziek componeerde,
zal wel te danken zijn aan het feit dat hij reeds als zesjarige knaap samen
met zijn vader, op het doksaal van de Sint Salvatorskerk vertoefde en
er later als violist meespeelde met het kerkorkest van zijn geboortestad.
Instrumentale
muziek
In
1857 voltooide Benoit zijn Conservatoriumstudie's, waarbij F.J. Fétis
zijn belangrijkste mentor was, met het behalen van de Romeprijs.
Dit
liet hem toe in 1858 een uitgebreide studiereis te ondernemen in Duitsland
en Bohemen. Tussen 1859 en 1863 verbreef hij gewoonlijk te Parijs, waar
hij in 1862 en 1863 dirigent was bij de "Bouffles".
Tijdens
deze jaren schreef hij veel instrumentale muziek, voornamelijk voor piano.
Instrumentaal-Vocale
muziek
Met
zijn oraturium 'Lucifer', op Nederlandse tekst (eerder ongewoon voor die
tijd), dat gecreëerd werd in 1866, wierp hij zich op als de meest
opmerkelijke persoonlijkheid in België.
Het
volgende jaar werd hij aangesteld als directeur van De Stedelijk Muziekschool
te Antwerpen.
Zijn
doel was een specifieke 'Vlaamse' muziek te scheppen.
Hiervoor
baseerde hij zich vooral op de taal en op het volkslied.
|